DE NACHT

Was de sterrenhemel toen anders dan nu?

 

Welkom bij Theater Na de Dam. Welkom bij DE NACHT.

 

Op 4 mei avond zouden normaal gesproken in heel Nederland tegelijkertijd meer dan honderd voorstellingen gerelateerd aan de Nationale Dodenherdenking hebben gespeeld. Helaas is het nog steeds niet mogelijk elkaar in theaters te ontmoeten. Maar op dit moment luisteren, kijken of lezen in meer dan 1000 huiskamers en straten heel veel mensen met u waardevol materiaal dat gerelateerd is aan de Tweede Wereldoorlog en de herdenking daarvan. Stelt u zich dat voor. Op al die plekken in het land zijn we los van elkaar verbonden in hetzelfde ritueel. 

 

De afgelopen maanden gingen zes jongeren in Amsterdam Noord in de Tolhuistuin in gesprek met ouderen uit de buurt over de geschiedenis van Noord ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. Dit deden zij met als doel stil te staan en zich te verbinden aan de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog vanuit het perspectief van de nacht. Het perspectief van het donker, van dat wat verborgen, anders en vreemd is. Na aanleiding van dit onderzoek hebben de jongeren (Nnennaya, Hannah, Donnavon, Elisabeth, Lisa en Rosa) een redactie gevormd die onder begeleiding van theatermakers Adanma Okoro en Tomas Leijen deze website en een instagrampagina heeft gemaakt.

 

We nodigen u uit online te dwalen door deze website. Om te verdwalen, zelf op zoek te gaan naar een structuur of dat wat woekert en vreemd is juist te omarmen, van boven naar beneden en weer omhoog.

 
 

4 + 5 

mei, 2021

 

 

 

 

 

Hoe ziet het donker eruit?

 

Drie filmpjes, één over angst in de nacht, één over liefde de volgende ochtend en één over hoe donker het ook met het licht aan kan zijn.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Wat zeg je tegen elkaar als de zon ondergaat?

 

 

 

Een gescript gesprek tussen de spelers van DE NACHT.

 

 

Donovan:         Goedenavond.

 

Hannah:           Goedenavond.

 

Lisa:                 Hi! Lisa hier.

 

Elisabeth:         Hoi Lisa.

 

Rosa:                Hi!

 

Nenna:             Hi allemaal!

 

Stilte

 

H:                     Best een beetje raar om elkaar op deze manier te spreken. 

 

N:                    Zeker, maar het heeft ook iets moois.

 

H:                     Ik zal vanavond een script volgen dat ik via dm kreeg.

 

N:                    Ik ook.

 

L:                     Ik ook

 

D:                    Ik ook.

 

E:          Op sommige vragen is het antwoord nog niet uitwerkt. Daar zullen wij zelf antwoord op moeten geven.

 

R:                     Ook goed om te weten: Er luisteren mensen mee met ons gesprek vanavond.

 

E:                     Ja dat was mij verteld.

 

N:        We hebben alle zes meegedaan aan het project en voeren vanavond met elkaar dit gesprek terwijl er een publiek meeluistert. Vanuit hun donkere huizen.

 

L:         Zullen we beginnen?

 

D:                     Ja

 

Rosa:                Ik begin wel. Zo staat dat in het script.

 

E:                     Oké

 

Rosa:                Ik sprak met Hans. Het was een lang en stil gesprek. Net zo stil als de stille nachten van toen. Dat is nu wel iets anders dan in die tijd vertelde Hans. Hij vertelde over hoe de zon scheen, hoe het glas in lood versplinterde ter plekke. De geluiden, straaljagers. De flashbacks, en het gevoel je te moeten verstoppen. Sterker zegt hij er niet van te zijn geworden van het klimmen over de brokstukken na het wonderlijke overleven. Het is nu in alles anders dan toen.

 

E: Geeft eigen reactie en legt uit waarom is het nu anders is dan toen.   

 

N: Stelt een vraag

 

Stilte

 

H: Hans vertelde Rosa over de stille nachten van toen. Hoe ervaar jij de nacht?

 

N: Geeft eigen reactie  

 

D: ‘Heeft u tijd om te praten?’ ‘Ja, we zitten hier nu toch’, dat ongeveer zei de man die ik sprak. Ik had hem eerder geprobeerd te bellen, maar toen kon hij niet praten, omdat zijn verwarming het niet deed en deze gemaakt werd.

 

L: Dat begrijp ik.

 

D: Toen we elkaar laten wel spraken deed de verwarming het weer. We spraken. We hadden een heftig gesprek. Ik vroeg mij tijdens het gesprek regelmatig af: Hoe kunnen mensen zoiets doen? Hoe kun je zo blind zijn voor het leed van iemand anders? Tegelijkertijd voel ik mij na het gesprek trots. Trots op (…), op de man die ik heb gesproken. Want hij is sterk. Ondanks dat hij zoveel heeft meegemaakt, is hij nog steeds open-minded. 

 

H: Geeft eigen reactie.

 

L: Tik tak tik tak tik tak. Mijn ogen zijn gesloten, mijn ademhaling is rustig en ik focus me op het zachte getik van de koekoeksklok die rechts van me aan de muur hangt. Vijf minuten verstrijken en mijn lichaam is ontspannen. Maar ondanks al deze uiterlijke kalmte voel ik dat er iets gaat gebeuren. Er staat ons iets te wachten, ik kan zeggen wat en dat irriteert me mateloos. Het is iets waar ik niet bij in met mijn zintuigen, het is mijn zesde zintuig waarbij alle alarmbellen non stop afgaan. Naast het getik van de klok hoor ik nu ook de krakende voetstappen van mijn vader op de trap. Zonder dat ik hoef te kijken hoor ik aan het zachte gepiep van de scharnieren dat mijn deur op een kier wordt geduwd. Tegen beter weten in open ik mijn ogen en draai mijn hoofd naar links. Papa staat in de deuropening en mijn ogen dwalen automatisch af naar het voorwerp in zijn handen. Het is angstaanjagend en rustgevend tegelijk. Het is een flesje.
Het formaat zit precies tussen dat van een wijnfles en bierflesje in. De drank is vervangen door zand. Als je het op z’n kant legt komt het spul tot ongeveer één derde. Bovenop de korrels ligt een zeilbootje. Het rode zeil is gemaakt van een klein stukje stof en de boeg van hout.

 

H: Bea, de vrouw waar ik mee sprak heeft me met één verhaal dat voor haar misschien niet eens het bijzonderste was het meest geraakt. Ze zei het tussen neus en lippen door. Het was drie jaar na de oorlog, 1948.

Ze had op school een nieuw vriendinnetje gemaakt, vertelde ze.

Spannend altijd vind ik.

Naast elkaar zitten in de klas, samen spelen op het schoolplein, nooit over de oorlog praten natuurlijk en dan samen gaan afspreken voor de eerste keer.

Het was een joods meisje had ze gezegd.

Ze liepen samen naar het huis van haar nieuwe vriendin, ze deed de deur open en riep met haar kinderstem naar boven.

"Mam ik ben het"

Tuurlijk wie anders zou je denken.

Op de eerste verdieping kraakte een deur en haar moeder uit de klerenkast, haar schuilplaats.

Nog drie jaar na de oorlog nog zo een angst, dat raakte me echt. 

 

L: Papa houdt het flesje zo dat ik het goed kan zien. De aanblik is rustgevend. Het bootje ligt zo kalm en stevig ingegraven in de korrels. Ik beeld me in dat ik in dat bootje zit. Ergens op een heerlijk rustig eiland, zonder oorlog. Zonder bezetters en zonder de dreiging van een ontploffende bom. Zonder de angst iemand van wie is houd kwijt te raken. Zonder alle strenge regels.

Het steeds harder wordende geronk probeer ik uit alle macht te negeren en ik focus me op de boot. Deze trilt maar als ik omhoog kijk naar het gezicht van mijn vader en de verbeten trek rond zijn mond zie weet ik dat hij er alles voor zal doen om het nooit te laten vallen. 

 

E: Er stond één asbak in het huis van mijn ouders, beneden. Maar eentje voor dat grote huis. En die zat prop en prop vol. Als mijn moeder er langsliep rook het naar de oude as en de warme net uitgedrukte sigaretten. Zij vertelde mij later dat zij zich zorgen maakte om de volle asbak. Dat het er niet goed uitzag misschien? Dacht ik. Of stonken ze zo? Nee. Zei ze. Ik was bang dat als de Duitsers binnen kwamen ze meteen door zouden hebben dat er meer mensen dan ik en je vader in huis woonden. Vertelde ze. Want zoveel konden zij zelf niet roken. De ondergedoken mannen op zolder daarin tegen, wel. Zij rookten net zolang totdat zij slaap kregen, dan drukten ze hun sigaretten uit en liepen ze naar boven, de zolder op en uit de achterste muur plaatsten ze de bakstenen aan de kant, kropen ze door een gat, stapelde de bakstenen weer op en gingen slapen. De sigaretten rookte nog na als zij in slaap vielen. Mijn moeder zette dan als ze buiten niemand zag heel even het raam op een kiertje.

Te veel sigaretten betekende te veel mensen. Mensen die ineens weggehaald konden worden. Kan je voorstellen dat de asbak waarin je zorgeloos je sigaretten uitdrukt de mogelijke katalysator is voor zo veel meer dan zwarte longen of een zware hoest. 

 

H: Zo veel te vertellen

Zo veel herinneringen, beelden, geluiden, gevoelens

De mensen die wij spraken waren zo jong.

Te jong om zo veel mee te maken 

Het zou eigenlijk niet mogen vind ik

En als iemand je verhaal dan wilt horen 

Dan komt het er allemaal uit

Als een golf 

 

E: Toch blijft het simpelste bij.

Een eigen herinnering. 

 

D: Iemand die schuilt in een kast, terwijl de oorlog voorbij is.

 

H: Haar dochter die in de gang beneden staat en naar boven roept. “Mam, ik ben het.”Maar natuurlijk wie anders. Boven komt haar moeder, na het horen van haar dochter uit de klerenkast 

 

N: Het zijn die verhalen die verborgen blijven, die stil blijven zitten in kledingkasten. Die zich in donkere nachten op donkere plekken verborgen houden. Die bang zijn voor wat het licht zal laten zien. 

 

L: Het zijn de details die een herinnering oproepen. Dat flesje. 

 

R: Dat glas in lood. 

 

E: Die sterrenhemel. 

 

N: Het is tijd om afscheid te nemen. 

 

H: Volgen we het script? 

 

N: Ja 

 

D: Ja 

 

Stilte 

 

E: Bedankt voor het gesprek 

 

H: Ja bedankt! 

 

R: Fijne avond allemaal. 

 

L: Doei.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De Nacht_100
De Nacht_101

 

 

 

 

 

 

 

 

De Nacht_116

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De Nacht_120

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De Nacht_118

 

 

 

 

 

 

 

 

De Nacht_119

 

 

  

 

Welke vragen stel je elkaar in het donker?

 

Welke vragen stel je elkaar ’s nachts? 

Neem op 5 mei de tijd om met iemand aan tafel te zitten of bel iemand op die je één van deze vragen graag zou willen stellen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Door

 

 

 

De Nacht_105
De Nacht_102
De Nacht_106
De Nacht_103
De Nacht_107
De Nacht_104

 

Credits

 

Spelers en medemakers: Donnavon Madaran, Rosa Postmus, Lisa Linkwitz, Elisabeth van Galen, Nnennaya Okoro en Hannah Sewell

 

Tekeningen: Hannah Sewell en Rosa Postmus

 

Regie: Adanma Okoro en Tomas Leijen

 

Met dank aan: Historisch Centrum Amsterdam Noord, alle ouderen die zo open met ons in gesprek zijn gegaan en het team van de Tolhuistuin. De namen van de ouderen zijn in het script aangepast uit privacy overwegingen.

 

 

Bekijk hier de instagram

Was de sterrenhemel toen anders dan nu? De afgelopen maanden gingen zes jongeren in Amsterdam Noord in de Tolhuistuin in gesprek met ouderen uit de buurt over de geschiedenis van Noord ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. Dit deden zij met als doel stil te staan en zich te verbinden aan de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog vanuit het perspectief van de nacht.

Klik op het menu voor inhoud en andere functies.

Gebruik de pijlen aan de zijkant om door het magazine te bladeren.
Loading ...